Openbaringen 22
17
De
Geest en de
bruid zeggen: ‘Kom!’ Laat wie luistert zeggen: ‘Kom!’ Laat wie dorst heeft komen; laat wie dat wil vrij drinken van het
water dat leven geeft.
18
Ik verklaar tegenover eenieder die (de
woorden van) de
profetie van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal
God hem de
plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn;
19
en als iemand iets afneemt van wat in het boek van (de woorden van) deze profetie staat, zal God hem zijn deel afnemen van de
levensboom en van de heilige
stad, zoals die in dit boek beschreven zijn.
20
Hij die van deze dingen getuigt, zegt: ‘Ja, ik kom spoedig!’
Amen. Kom, Heer
Jezus!
21
De genade van onze Heer Jezus zij met u allen. (Amen.)