Openbaringen 21
15
Degene die met mij sprak had een gouden meetstok om daarmee de
stad, de poorten en de muur op te meten.
16
De stad was vierkant, even lang als breed. Hij mat de stad met zijn meetstok: twaalfduizend stadie, zowel in de lengte als in de breedte en in de hoogte.
17
Hij mat de stadsmuur: 144 el, in gewone mensenmaat, die ook engelenmaat is.
18
De muur was gemaakt van jaspis, en de stad zelf was van zuiver goud, helder als glas.
19
De grondstenen van de stadsmuur waren versierd met allerlei edelstenen. De eerste was van jaspis, de tweede van lazuur, de derde kornalijn, de vierde smaragd,
20
de vijfde sardonyx, de zesde sarder, de zevende olivijn, de achtste aquamarijn, de negende topaas, de tiende turkoois, de elfde granaat en de twaalfde amethist.
21
De twaalf stadspoorten waren twaalf parels, elke poort een parel op zich. De straten van de stad waren van zuiver goud en schitterden als glas.