Openbaringen 21
1
Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste
hemel en de eerste
aarde zijn voorbij, en de
zee is er niet meer.
2
Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe
Jeruzalem, uit de hemel?? neerdalen, bij
God vandaan. Ze was als een
bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
3
Ik hoorde een luide
stem vanaf de
troon, die uitriep: ‘Gods
woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn
volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.
4
Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen
dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
5
Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is (deze
woord zijn) betrouwbaar en waar.’ –