Openbaringen 7
1
Hierna zag
ik vier engelen bij de vier hoeken van de aarde staan. Zij hielden de vier winden van de aarde in bedwang, om te voorkomen dat er een wind over land of op zee of door de
bomen zou waaien.
2
Ik zag in het oosten een andere
engel opstijgen, die het zegel van de
levende God had. De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het land en de zee riep hij met luide
stem toe:
3
‘Laat het land en de zee en ook de bomen nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn
dienaren aanbrengen.’