Openbaringen 18
16
en zeggen: “Wee! Wee grote stad! Je droeg
linnen, purperen en scharlakenrode kleren, en gouden sieraden, edelstenen en parels.
17
Maar in één uur tijd is heel je grote rijkdom vernietigd.” Alle stuurlui, iedereen die op Babylon vaart, het scheepsvolk en alle anderen die op
zee werken, bleven op een afstand
18
en riepen toen ze de rook boven haar zagen opstijgen: “Welke stad is er aan die grote stad gelijk?”
19
Ze wierpen stof over hun hoofd, treurden en rouwden, en riepen: “Wee! Wee grote stad! Iedereen die schepen op zee had, dankte zijn rijkdom aan haar schatten. Maar in één uur tijd is zij te gronde gericht.”