anta

Babylon

Openbaringen 11 2 De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de  heidenen, die de heilige  stad ( of)?? tweeënveertig maanden lang zullen vertrappen.
Openbaringen 11 8 Dan liggen  hun lijken op het plein van de grote stad die in figuurlijke zin Sodom of Egypte heet, de stad waar ook hun Heer gekruisigd is.
Openbaringen 11 13 Op dat moment kwam er een zware  aardbeving, die een tiende deel van de stad verwoestte. Zevenduizend mensen (van  naam) werden door de aardbeving  gedood, de rest werd door vrees bevangen en begon de  God van de  hemel  eer te bewijzen.
Openbaringen 14 8 Hij werd gevolgd door een tweede  engel, die uitriep: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar  wellust heeft laten drinken.’
Openbaringen 14 20 De  wijnpers werd buiten de stad getreden. Er kwam een grote stroom  bloed uit, zestienhonderd stadie lang en zo hoog als het bit bij een paard.
Openbaringen 16 19 De grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van alle volken werden verwoest. Het grote Babylon moest het ontgelden: God gaf het de beker met de wijn van (de boosheid van) zijn hevige woede .
Openbaringen 17 5 en op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis: ‘Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter  wereld’.
Openbaringen 17 18 De  vrouw die je zag is de grote stad, die heerst over de  koningen op aarde.’
Openbaringen 18 2 Met een krachtige  stem riep hij: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad! Ze is een woonplaats voor  demonen geworden, ze biedt onderdak aan elke onreine  geest, elke onreine vogel en elk onrein, afschuwelijk dier.
Openbaringen 18 4 Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel zeggen: ‘Ga weg uit die stad, mijn  volk, zodat je geen deel hebt aan haar zonden en ontkomt aan de  plagen die haar zullen treffen.
Openbaringen 18 10 Ze blijven op een afstand, ontzet door de straf die zij krijgt, en zeggen: “Wee! Wee Babylon, grote, sterke stad! In één uur tijd is je vonnis voltrokken!”
Openbaringen 18 16 en zeggen: “Wee! Wee grote stad! Je droeg  linnen, purperen en scharlakenrode kleren, en gouden sieraden, edelstenen en parels. 17 Maar in één uur tijd is heel je grote rijkdom vernietigd.” Alle stuurlui, iedereen die op Babylon vaart, het scheepsvolk en alle anderen die op  zee werken, bleven op een afstand 18 en riepen toen ze de rook boven haar zagen opstijgen: “Welke stad is er aan die grote stad gelijk?” 19 Ze wierpen stof over hun hoofd, treurden en rouwden, en riepen: “Wee! Wee grote stad! Iedereen die schepen op zee had, dankte zijn rijkdom aan haar schatten. Maar in één uur tijd is zij te gronde gericht.”
Openbaringen 18 21 Toen tilde een sterke  engel een steen zo groot als een molensteen op en smeet die in zee met de woorden: ‘Zo zal ook Babylon, die grote stad, worden weggeslingerd; ze zal voorgoed verdwijnen.
Openbaringen 18 24 Maar ook vloeide in deze stad het bloed van  profeten en  heiligen, van al degenen die op aarde werden geslacht.’
Openbaringen 20 9 Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen.