Openbaringen 7
2
Ik zag in het oosten een andere
engel opstijgen, die het zegel van de
levende God had. De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het
land en de
zee riep hij met luide
stem toe:
3
‘Laat het land en de zee en ook de
bomen nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn
dienaren aanbrengen.’